De eigendomsstructuur als heilige graal?

Het rentmeestervennootschapsbedrijfsmodel – voor wie graag een spelletje galgje speelt – komt steeds meer in de schijnwerpers te staan. En nu is dat door een verzoek van D66 kamerlid Joost Sneller aan de regering om onderzoek te doen naar deze rechtsvorm, zoals te lezen in het FD-artikel van 26 maart. Rentmeesterschap kan via deze vorm van eigenaarschap – steward ownership – gewaarborgd worden. Dit houdt zoveel in als het centraal stellen van de missie van de onderneming, boven het streven naar winst die hoofdzakelijk ten goede komt aan aandeelhouders.

Het is de initiatiefnemers van We Are Stewards te prijzen dat zij dit begrip voor het voetlicht weten te brengen. Bij deze aandacht voor structuur willen wij echter tegelijkertijd een kanttekening plaatsen. Er zijn namelijk al veel goede voorbeelden van ondernemingen die, georganiseerd in een gangbare rechtsvorm zoals de bv, ook een sterke en harde focus op het waarborgen van de missie hebben. Hierbij is te denken aan zaadveredelaar Rijk Zwaan of de Caesar Groep, actief in de IT-sector. Beide ondernemingen zijn familiebedrijven die hun waarden goed in het vizier hebben en hun leidinggevenden hier scherp op houden. Dit laatste, het gesprek over waarden, is hetgeen waarop wij hier de aandacht willen vestigen. Naast de inrichting van de bedrijfsstructuur heeft voor het realiseren van de missie namelijk het sociale weefsel binnen de onderneming een belangrijk en betekenisvol gewicht. Zo leert een casestudy bij een publieke scholengroep in Canada over het institutionaliseren van rentmeesterschap ons dat dit sociale weefsel levend gehouden wordt, door met elkaar in gesprek te blijven over waarden. Waarden zijn niet statisch en verlangen dus de dynamiek van interactie, tussen mensen onderling maar ook in de relatie mens-onderneming-missie-maatschappij. Met andere woorden, er dient een levende relatie te zijn tot het waardencentrum. De Canadese onderzoekers zeggen daarover dat decentrale besluitvorming en competentie-ontwikkeling van groot belang zijn voor het institutionaliseren van rentmeesterschap. Ofwel, eigenaarschap op basis van een duidelijke missie met bekende en geïnternaliseerde waarden stelt mensen in staat om zich daadwerkelijk als rentmeester te gedragen.

Zo komen we weer terug bij het punt dat aandacht voor de structuur samen dient te gaan met de selectie van leiders en leiderschapsontwikkeling, waarbij gerichtheid op de lange termijn voorop staat. Want, al is het een open deur: leiderschap kan immers ook binnen een gedegen structuur veel kapot maken.

Bewustzijn van de organisatiewaarden en een ontwikkeling van bijbehorende deugden bij leiders en senior management is volgens ons van minstens zo groot belang als de keuze voor en inrichting van een passende structuur. Het gaat uitdrukkelijk niet om of-of – structuur dan wel ontwikkeling van deugdelijk leiderschap – maar om en-en. Steward ownership geeft dat bewustzijn een stevig duwtje in de rug: onafhankelijke bestuurders met de missie op nummer 1, zonder voortdurend de hete adem van de aandeelhouders in de nek, zullen eerder het gesprek over mensbeeld, waarden en deugden (kunnen) voeren. Dit bedrijfsmodel is alleen al daarom een welkome aanvulling op de al bestaande rechtsvormen. En het zou ook zomaar kunnen zijn, dat als het er eenmaal is, we later met verbazing omkijken en zeggen: “Waarom hebben we dit niet eerder gedaan?”

 

  • Deze opiniebijdrage is geschreven door Henri Slob en Anke Teeuw.
Naar overzicht