Toekomst Accountancysector en de moderne bedrijfseconoom

Prof. Hans Gortemaker RA reflecteert op de landelijke accountantsdag en wat daar gezegd is door minister Hoekstra. Hij schrijft over de toekomst van de accountancysector en hoe de moderne bedrijfseconoom daarin een rol speelt.

Recent sprak minister Hoekstra op de landelijke accountantsdag de circa 1600 aanwezige accountants indringend toe. Hij constateerde dat de sector in beweging is en midden in een veranderingstraject zit, dat moet leiden tot een duurzame gedrags- en cultuurverandering. Op diezelfde dag publiceerde de Autoriteit Financiële Markten (AFM) een verkenning naar kwetsbaarheden in de structuur van de accountancysector. Volgens de AFM kunnen deze kwetsbaarheden ontstaan door een imperfecte werking van vraag en aanbod, schadelijke prikkels in het verdienmodel, het partnermodel en het bedrijfsmodel van accountantsorganisaties. Deze kwetsbaarheden kunnen van invloed zijn op de kwaliteit van de wettelijke accountantscontrole. Ook de Monitoringscommissie Accountancy (MCA) constateert dat veranderingen in de sector te langzaam gaan en meer diepgang moeten krijgen. De minister concludeert dat een goed functionerende accountancysector van groot belang is voor de maatschappij. Hij maakt zich evenwel zorgen over signalen dat de sector de complexiteit van het veranderproces onderschat en nog onvoldoende bereid is te bezien of fundamentele veranderingen nodig zijn. Deze zorg geldt ook voor de constatering van de AFM, dat als gevolg van eventueel marktfalen in de sector, de kwaliteit van de wettelijke controles zou kunnen achterblijven bij het maatschappelijk wenselijke kwaliteitsniveau.

De minister is voornemens een onafhankelijke commissie in het leven te roepen die gaat onderzoeken hoe de kwaliteit van de wettelijke controles duurzaam verbeterd kan worden. De commissie zal daarbij mogelijke aanpassingen van de structuur van de markt van wettelijke controles en/of accountantsorganisaties betrekken. De bemensing van de commissie is nog niet bekend; wel is duidelijk dat hierin geen plaats is voor accountants. Ik vind dit teleurstellend. Juist als het over wicked problems als bedrijfs-, verdien- en partnermodel gaat, is de inbreng van internationaal ervaren accountants van belang. Uiteraard dienen zij een minderheid te vormen en behoren zij niet de voorzittershamer te hanteren. In de commissie zouden naar mijn mening naast een vertegenwoordiging van stakeholders, commissaris(sen) en ervaren accountant(s), wetenschappers moeten zitten.

Hierbij denk ik onder meer aan een moderne Rotterdamse bedrijfseconoom. Hierna zal ik aangeven op welke wijze deze bedrijfseconoom, conform de visie van het Erasmus Institute for Business Economics (EIBE), kan bijdragen aan oplossingsrichtingen voor de zogenoemde wicked problems.

EIBE onderkent zes aandachtsgebieden voor de moderne bedrijfseconoom: accounting, finance, marketing & strategie, data wetenschap, leiderschap en organisatie.

Accounting: hiertoe behoren management accounting, externe verslaggeving en auditing & control. Management accounting omvat het verzamelen, analyseren en verstrekken van (niet)-financieel economische informatie ten behoeve van het bestuur van de huishouding. Hieronder vallen ook de KPI’s die betrekking hebben op de kwaliteitsindicatoren. De externe verslaggeving betreft de berichtgeving aan de stakeholders. Hierdoor zijn de accountantsorganisaties ondermeer transparant over hun prestaties op kwaliteitsgebied. Uiteraard dient deze informatie betrouwbaar te zijn: audit & control.

Finance: hierbij gaat het om de financiering van huishoudingen. Ook de kennis van financiële markten is van belang. Bij de bestudering van structuurmodellen zal aandacht geschonken moeten worden aan de financiële implicaties van eventuele wijzigingen in de (zeggenschap) van de accountantsorganisatie en de relatie met andere onderdelen van het kantoor en het netwerk.

Marketing & Strategie: het vakgebied dat handelt over de wijze van plaatsing in een markt van diensten of producten. Marktonderzoek brengt wensen en verwachtingen van stakeholders in beeld. Verwachtingen van stakeholders op het gebied van fraude en continuïteitsproblematiek verdienen nader onderzoek. Ook de strategische component, toekomstgericht, verdient aandacht.

Data-wetenschap: ontwikkeling van methoden om kennis en inzicht te onttrekken uit data. Deze door technologie ondersteunde ontwikkeling is primair van belang voor huishoudingen. Ook kan data-wetenschap een bijdrage leveren aan de kwaliteitsverbetering van de accountantscontrole.

Leiderschap: voor de moderne bedrijfseconoom is niet alleen de meer zakelijke kant relevant, maar juist ook de manier waarop de bedrijfseconomie wordt toegepast. Relationele economie en ethiek vormen hierbij belangrijke componenten. Waar de accountancysector een belangrijke slag aan het maken is op het gebied van gedrag en cultuur is leiderschap een onmisbare factor. De leiding is verantwoordelijk voor de inbedding van waarden in de organisatie en het vormgeven van de gewenste cultuur. De leiding stimuleert gedrag dat aansluit bij de waarden en draagt deze waarden uit door het tonen van voorbeeldgedrag.

Organisatie: dit betreft zowel de interne als de externe organisatie. Bij de interne organisatie komen de structuurmodellen aan de orde. De AFM komt met tien mogelijke modellen. Twee worden op deze plaats genoemd: de huidige meerdienstenorganisatie (audit, advies, belasting) versus audit only. Zoals vermeld vele varianten zijn mogelijk. Naar mijn mening moet de identiteit van het accountantskantoor niet in gevaar komen. Audit moet niet ondersneeuwen bij (belasting)advies. De governance van de gehele organisatie, niet alleen de accountantsorganisatie, moet ingericht zijn op het waarborgen van de publieke functie. De beschikbaarheid van experts uit andere disciplines en de internationale context vormen belangrijke aandachtspunten. Ook met betrekking tot het partnermodel kunnen binnen het vakgebied alternatieven ontwikkeld worden.

De accountancysector beweegt, maar volgens de minister, de AFM en de MCA niet snel en niet diepgaand genoeg. Een onafhankelijke commissie moet onderzoeken op welke wijze de kwaliteit van de wettelijke controles verbeterd kan worden. Aangegeven is dat de moderne Rotterdamse bedrijfseconoom bij het vinden van oplossingsrichtingen van waarde kan zijn.

De auteur, prof. Hans Gortemaker RA, is sinds 1990 hoogleraar Accountancy, verbonden aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Hij is ook verbonden geweest aan Nyenrode University, waar hij dezelfde functie vervulde. Naast zijn deeltijdhoogleraarschappen heeft Gortemaker gewerkt bij PwC, onder andere als Audit Partner en als lid van het wereldwijde bestuur van dit kantoor.

Naar overzicht